Asperen-Herwijnen-Heukelum-Spijk-Vuren
De missie
Op RAF basis Marham maakt 105 squadron zich klaar voor een bombardements missie naar Essen, Duitsland waar het doel de Krupp ijzerfabriek is. Het squadron is uitgerust met Mosquito vliegtuigen in de uitvoering voor bommenwerper. De tien vliegtuigen die mee doen aan deze missie hebben ieder 4x 500 ponder bommen aan boord en zijn bovendien voorzien van het OBOE radar systeem wat gebruikt wordt om precisie bombardementen uit te voeren. Het vliegtuig heeft geen boordwapens.
RAF basis Marham in 1944
OBOE radar systeem
Het OBOE systeem zorgde ervoor dat het doel nauwkeurig kon worden gebombardeerd. Het bestond uit twee grond stations "Kat" en "Muis" , Kat gebruikte een radar golf die het vliegtuig naar het doel dirigeerde volgens een constante route. In het vliegtuig hoorde men korte piepjes als men op koers lag of een ononderbroken toon als men van de koers afweek. Op deze manier kon de piloot op koers blijven. Muis gebruikte een andere radar golf om de afstand en positie van het vliegtuig te meten en gaf via een signaal door aan het vliegtuig wanneer de bommen moesten worden afgeworpen boven het doel.
Oboe radar systeem
16:52 opstijgen!
Mosquito DK354 stijgt als tweede op om 16:52, aan boord de piloot Benjamin Frank Reynolds en navigator Frank Douglas Phillips. In de cockpit zitten de twee Britten naast elkaar, Phillips de navigator zit iets achter Reynolds. Als men het doel bereikt neemt Phillips een andere positie in en kruipt naar de neus van het vliegtuig om daar het apparaat te bedienen waarmee de bommen op het doel worden gericht. Op zijn signaal worden de 4x 500 ponders afgeworpen. Van de 10 vliegtuigen weten 6 het doel te raken, vier gooien hun bommen af op andere doelen in en om Essen.
Piloot reynolds links en navigator Phillips rechts.
Terugkeer naar de basis
Na de bommen te hebben afgeworpen keren de Mosquitos om en vliegen terug naar de basis in Engeland. Sommige vliegen samen met anderen terug maar de meesten moeten in het donker de weg terug zien te vinden. De route terug brengt hen boven het Nederlandse rivierengebied en hun komst is niet onopgemerkt gebleven. Duitse radarstations pikken het signaal van de vliegtuigen op en geven dit door aan de verschillende Luftwaffe Nachtjager squadrons.
De route op 12-12-1943
Onderschepping boven het het rivierengebied
Vanaf Luftwaffe basis Venlo stijgen meerdere Duitse nachtjagers op die door de radarstations naar de terugkerende Mosquitos worden gedirigeerd. Een van deze nachtjagers is de Heinkel HE219 A-0 met piloot Manfred Meurer en Radar operator Gerhard Schiebe.De twee Duitsers slagen erin met behulp van de eigen radar een Mosquito op te pikken, het is de Mosquito van Reynolds en Phillips die waarschijnlijk niet in de gaten hebben dat de Duitse nachtjager de aanval gaat inzetten en die ook nog eens onbewapend zijn. De 20 en 30mm kanonnen van de nachtjager treffen doel en de Mosquito met Reynolds en Phillips stort brandend neer.
Ooggetuige
Ooggetuigen zien hoe ineens de donkere avond fel verlicht wordt en een grote klap wordt gehoord. Jantje van Arkel toen 9 jaar oud herinnert zich die avond. „ Het was al donker en we zaten binnen toen we harde knallen hoorden, we keken naar buiten en het leek wel of de hemel in brand stond. We hoorden een doffe knal en toen stilte, uiteraard mochten we niet naar buiten maar hoorden we al snel dat er een vliegtuig was neergekomen." Al snel waren de Duitsers ter plekke en werd het gebied afgezet. De familie van Arkel werd ook met deze Duitsers geconfronteerd. „ Laat in de avond werd er hard op de deur geklopt, het waren Duitse soldaten die net waren afgelost bij het wrak waar ze de wacht hielden. Ze hadden het koud en wilde opwarmen en eten, bijna de hele voorraadkast hebben ze geplunderd en dat terwijl we al niet veel hadden." Dit gaat zo een paar avonden door tot het wrak en lichamen van de Britten waren geborgen.
Mevr. van Arkel (rechts) vertelt haar verhaal aan het onderzoeksteam
Radarstation Gorilla
vrij snel na de Duitze bezetting begint de Duitse Luftwaffe met de bouw van een radarstation bij Schoonrewoerd. Het krijgt de codenaam "Gorilla" . Dit radarstation zal 1 van de meest succesvolle Duitse radarstations in Nederland zijn. Het wordt bemant door Luftwaffe soldaten van het 10./Luftnachrichten-Regiment 211 onder het commando van Obertleutnant Klaus Degler. Vanuit deze radarstelling werden formaties Geallieerde vliegtuigen gedetecteerd die van en naar doelen in Nederland en Duitsland vlogen. Vanag deze stelling liepen kabelverbindingen naar de vliegevelden Deelen en Gilze-Rijen, hiervandaan stegen dan Duitse dag en nachtjagers op om de Geallieerde vliegtuigen te onderscheppen. Naar schatting worden mede dankzij dit radarstation 80 Geallieerde vliegtuigen door nachtjagers neergeschoten en 100 door dagjagers. Na de oorlog zal blijken dat de Obertleutnant Klaus Degler persoonlijk 14 inwoners van Wamel in Tiel heeft geexecuteerd. Hij is daarvoor nooit berecht
Radarstation Gorilla net na de bevrijding in mei 1945
Meurer en Schiebe
Met de twee Duitsers Meurer en Schiebe loopt het zoals voor zoveel Duitse piloten slecht af. In de nacht van 21-22 januari 1944 vliegen ze met hun nachtjager tegen een Britse Lancaster bommenwerper aan tijdens een aanval op Berlijn en komen om het leven. Ook de bemanning van de Lancaster komt hierbij om.
Meurer (rechts) en Schiebe
De laatste rustplaats van de twee Britten.
De lichamen van piloot Reynolds en navigator Phillips worden geborgen en naar Herwijnen gebracht waar ze op de oude begraafplaats begraven worden en waar ze nog steeds rusten.
In mei 2014 brengt de toenmalige vrouw van Reynolds , Brenda een eerste bezoek aan zijn graf. Bij haar is ook de zoon van Reynolds, Chris hij heeft zijn vader nooit gekend. Debbie was in verwachting van hem toen zijn vader bij Herwijnen omkwam.
Artikel in de krant over het bezoek