Een Amerikaanse B-17 komt in moeilijkheden boven Asperen

28 Juli 1943, een Amerikaanse B-17 bommenwerper is op de terugweg naar de basis in Engeland samen met honderden andere B-17 bommenwerpers. Ze vliegen terug nadat ze de Fieseler Flugzeugbau fabrieken in Kassel, Duitsland hebben aangevallen. Boven Nederland wordt de formatie B-17s aangevallen door Duitse jachtvliegtuigen, de B-17 42-3116 met een tienkoppige bemanning wordt zwaar beschadigd en moet de formatie verlaten

Vijf Duitse Focke-Wulf gevechtsvliegtuigen blijven de eenzame B-17 aanvallen. De piloot Harold Porter beseft dat de situatie hopeloos is en geeft via de intercom het sein om per parachute uit het vliegtuig te springen. Zes Amerikanen verlaten het vliegtuig en komen tussen Asperen en Herwijnen terecht.

Jantje van Arkel woont aan de Bloklandweg en is buiten aan het spelen als ze mitrailleurvuur hoort " Mijn moeder waarschuwde me om naar binnen te gaan maar voordat ik dat doe kijk ik richting Fort Nieuwe Steeg en zie een aantal parachutes die langzaam in noordoostelijk richting afdrijven en dalen. Een van de parachutes valt loodrecht naar beneden"

Later zal blijken dat dit de staartschutter van de B-17 is sergeant Robert M. Martin uit Smithfield, Rhode Island. Hij valt dood omdat zijn parachute niet werkt waarschijnlijk omdat deze beschadigd is door de aanvallen van de Duitse Focke-Wulf vliegtuigen.

Een dwarrelend lint

Jieles van Steenis is aan het werk in een weiland bij Fort Nieuwe Steeg als ook hij mitrailleurvuur hoort. " Ik keek naar boven maar kon niets zien, het was erg heiig die dag. Ik ging door met werken en niet lang daarna zag ik uit mijn ooghoek iets dwarrelends naar beneden komen net als een dwarrelend lint. Met een klap kwam het neer op de grond niet ver van mij vandaan. Toen ik ging kijken bleek het een vliegenier te zijn."

Jieles is er getuige van hoe Robert Martin dood valt.

De Duitsers halen de dokter uit Asperen op en brengen die naar het lichaam. Deze constateert dat Robert Martin dood is.

Sergeant Stephen Maksin

Sergeant Stephen Maksin is de boordwerktuigkundige van de B-17 en nadat hij het vliegtuig verlaat komt hij neer achter Fort Asperen. Hij wordt al snel opgepakt door de Duitsers die hem naar het lichaam van Robert Martin brengen zodat hij geidentificeerd kan worden. Op weg naar het lichaam komt hij een Engels sprekend jongetje tegen die hem verteld dat de Amerikaan in het veld dood is. Na de oorlog schrijft hij in een rapport " Zijn parachute was op verschillende plekken gescheurd, hij kna zijn overleden doordat hij te snel naar beneden kwam. Ik ben persoonlijk door mijn Duitse bewakers naar Martin gebracht om hem te identificeren."

Zijn lichaam wordt eerst naar het lijkenhuisje in Asperen gebracht en later naar Rotetrdasm Crooswijk waar hij begraven wordt. Na de oorlog wordt hij herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats Ardennen in Belgie.

De andere vier Amerikanen komen in de buurt van de voorste Detsteeg terecht. Co-piloot Louis Peys komt in een boom terecht waarbij zijn been verbrijzeld wordt. Allen worden krijgsgevangen gemaakt. Toen de zes bemanningsleden het vliegtuig verlieten merkte piloot Harold Porter dat niet iedereen uit de B-17 sprong. Drie anderen waren nog aan boord. Tijdens de Dutise aanvallen is de intercom in het achterste gedeelte van het vliegtuig kapot geschoten en horen de twee zijschutters en de koepelschutter het signaal niet. Piloot Harold Porter besluit om de mannen zelf te waarschuwen en loopt via het bommenruim naar achteren, de B-17 vliegt dan inmiddels op de automatische piloot. De drie mannen worden gewaarschuwd en maken zich klaar om ook uit het vliegtuig te springen samen met de piloot. Vlak voordat ze eruit willen springen worden ze weer beschoten door een Duits Focke-Wulf vliegtuig. Bij deze aanval wordt de linker zijschutter Jerre Algeo dodelijk geraakt door een 20mm kogel, hij is op slag dood. De resterende drie mannen springen uit de B-17 wat inmiddels in de buurt van Gorinchem vliegt. Ze komen in de buurt van Hoogblokland terecht, de B-17 met alleen nog het lichaam van Jerre Algeo aan boord vliegt nog even door maar breekt dan in stukken uiteen boven de polders tussen Gorinchem en Hoogblokland. Het lichaam van Jerre Algeo wordt in het wrak gevonden door toegesnelde mensen. Hij wordt in Schelluinen begraven en na de oorlog herbegraven op de Amerikaanse bergaafplaats te Margraten in Limburg

Krijgsgevangen

De acht Amerikanen die het overleefd hebben worden allemaal krijgsgevangen gemaakt en worden naar verschillende kampen in Duitsland gebracht waar ze tot het eind van de oorlog blijven.